Delfia Batavorum logo

Villa Vrijenban, Nieuw Plantage 58

door H.V. van Walsum

1878, een Raadhuis voor Vrijenban
Vrijenban, een gemeente van ongeveer 1500 inwoners in de zeventiger jaren van de 19e eeuw, was toe aan een eigen Raadhuis. Tot nu toe had men zich weten te behelpen maar nu steeds meer Delftenaren met geld kozen voor de ruime en goedkope kavels en de lage belastingtarieven die Vrijenban  kon bieden moest er een eigen Raadhuis komen. Tegenover het Kalverbosch lag de feestzaal Odeon. Die werd aangekocht en afgebroken. Een prijsvraag voor het ontwerp van een Raadhuis annex woning voor de burgemeester werd uitgeschreven. Het winnende ontwerp bleek te duur. De winnaar van de tweede prijs was de Delftse architect B. Schelling. In 1878 begon de bouw van zijn ontwerp. Hoe zag het er uit? Ik citeer Ir W. Weve van Monumentenzorg Delft: “Het oogde monumentaler dan de nabijgelegen herenhuizen, echt als een Raadhuis. Het torenachtige aspect van het rechter gedeelte met de ingangspartij lijkt geinspireerd op een echte stadhuistoren, de loggia op een echt stadhuisbordes.”

1 januari 1921 hield de gemeente Vrijenban op te bestaan. Het Raadhuis werd de ambtswoning van de Delftse burgemeesters. 

De ambtswoning, 1948, het Raadhuis
De ambtswoning was inderdaad monumentaal zag ik, toen ik als kind met mijn vader, Mr G.E. van Walsum, moeder, broer en inwonende grootmoeder augustus 1948 naar de ambtswoning verhuisde. Architect Schelling had het huis ontworpen met een souterrain onder het gehele gebouw waardoor dit als het ware werd opgetild. Er was een indrukwekkende hardstenen trap nodig om in het huis te komen maar ook eentje om naar de tuin af te dalen. Dat was ook het geval bij het vroegere raadhuis. Die ingang had  een wel erg ondergeschikte plaats gekregen. In een steeg aan de rechterkant van de ingangspartij  van nog geen anderhalve  meter breed  werden de bezoekers via een bakstenen trap naar de secretarie op de begane grond geleid. Op de eerste verdieping was de raadzaal en de kamer van de burgemeester. Een deur in het midden van de raadzaal had het de burgemeesters van Vrijenban mogelijk gemaakt vanuit de ambtswoning het raadhuisgedeelte te bereiken. Mijn broer en ik mochten daar niet komen wat niet wil zeggen dat wij het nooit hebben gedaan. In de raadzaal was het of de tijd stil was blijven staan. Op de vergadertafel lag een groot groen biljartlaken. Daarop stonden de zilveren inktstellen nog als vanouds. De beheerder had de inktpotten voorzien van inkt en een kroontjespen. De karaffen op de schoorsteenmantel had hij gevuld met water waarin hij rode inkt had gedaan. Dat stond zo mooi bij het groen vond hij.

Het woongedeelte
Het woongedeelte was gebouwd om het Raadhuis heen. Achter de ingangspartij  bevond zich een te kleine vestibule. Daarachter lag immers de secretarie. De ruimte die de ambtswoning bood was echter groot genoeg voor meerdere mensen. Wij woonden er het eerste anderhalf jaar met zijn veertienen. Dat waren mijn uit Indonesië gerepatrieerde oom en tante met hun twee zoontjes, een 35 jaar oude student met vrouw en later baby, nog een student en een inwonend dienstmeisje. Mijn kamer was een zolderkamer op de tweede verdieping met een raam dat  tot de vloer doorliep. Kennelijk had het oorspronkelijk een takelfunctie gehad. Vandaar had ik goed zicht op de tuin van de kunstschilder Harm Kamerlingh Onnes, zijn tegen het talud van de oprit naar de trambrug liggende plantenkas en op zijn dochter en schoolgenoot die daar haar eigen hoekje had waar zij de zon opzocht.
Achteraf ben ik verbaasd dat de sfeer in dat volle huis zo goed bleef terwijl er bijvoorbeeld maar twee toiletten waren. Wel herinner ik mij enige commotie toen wij plotseling een schrijven van de gemeente Delft ontvingen, ondertekend door mijn vader, dat gebleken was dat wij clandestien inwoning verschaften aan mijn grootmoeder met het bevel dat zij binnen 14 dagen het huis verlaten moest hebben. Mijn moeder was niet verblijd: “Hoe kun je nou zoiets tekenen? Je weet toch wel beter.” “Het was zo´n grote stapel” verdedigde mijn vader zich.
In de loop van de tijd stroomde het huis ook weer leeg, op de Chinese student na. Mijn moeder die uit Indië kwam had met behulp van de studentenpredikant contacten gelegd met de groep Chinees-Indonesische studenten die aan de TH studeerde. Dit werd actueel toen Indonesië alle contacten met Nederland verbrak. De studenten zaten zonder geld en konden hun ouders niet meer bereiken. Mijn moeder heeft zich toen zeer voor hen ingespannen. Ons huis werd een trefcentrum waar zij regelmatig  bij elkaar kwamen.
De Chinese student, The Gwan Hien, had zijn kamer op de eerste verdieping aan de voorzijde. De kamer had één eigenaardigheid: mijn broer en ik moesten er doorheen om  in de badkamer te komen, die zich onder de toren bevond. Gelukkig gingen wij maar één keer per week in bad. Op vrijdag...

1985 – Het spookhuis
Toen ik in 1985 weer in Delft kwam, nu als burgemeester, trof ik de vroegere ambtswoning aan als een ruïne. Ik was gewaarschuwd. Een Haagse vriend maakte mij er op attent dat daar een schilderij bij een galerie hing waarop de ruïne in Willink-stijl was afgebeeld terwijl deze werd gepasseerd door enige giraffen. Hoe kwam het huis zo vervallen? In 1965 werd voor burgemeester Ravesloot een handzamer ambtswoning gekocht aan de Prins Bernhardlaan. De oude ambtswoning werd verkocht aan de Gist & Spiritusfabriek. Deze verkocht later het huis door aan een projectontwikkelaar. Die was van plan om daar een flatgebouw van zes verdiepingen hoog neer te zetten. De gemeente weigerde medewerking. Gevolg: een patstelling.  Bij gebrek aan onderhoud is het huis vervallen, leeggeroofd, gekraakt, in brand gevlogen, waarna het ook voor krakers niet meer interessant was. De Delftenaren spraken van “het spookhuis”.

2002 – Villa Vrijenban, Rijksmonument
Hoe is dit wonder mogelijk geweest? Dat danken wij aan de helaas veel te vroeg overleden wethouder Jan-Bart Mandos [Raadhuis] die de moed toonde om geld te besteden aan creatieve oplossingen. Hij kocht de projectontwikkelaar uit en verkocht vervolgens het pand aan de aannemer Ad van Tol voor één gulden met de verplichting het van buiten in de oude luister te herstellen. Van binnen was hij vrij het geschikt te maken voor gebruik als kantoor. Ad van Tol bleek een gouden keus. Met Ir Kees Tak als architect  werd het huis volgens de oorspronkelijke bouwtekeningen tot in details hersteld. Door de brand waren de meeste ornamenten verloren gegaan. Hij heeft ze gewetensvol na laten maken.

Wie langs Villa Vrijenban loopt, zoals het nu heet, ziet een puntgaaf huis waar wij trots op kunnen zijn. Wel zien wij het thans in een minder imposante omgeving. De Trambrug werd vervangen door de bredere en hogere Reineveldbrug. Deze had langere opritten, waardoor het souterrain in de grond lijkt gezakt. De hardstenen trap had oorspronkelijk zeven treden, nu zijn er nog drie zichtbaar. Ik ben benieuwd of de trap onder de grond door is blijven lopen . Maar dat is een zaak voor later, voor archeologen.

Zoeken



Agenda

zaterdag 14 december 2024
Een spannende afsluiter van het jaar- lezing door Jeroen Windmeijer
Meer op de agenda

Lid worden?

Wilt u lid worden? Geef u dan op via dit formulier.