Delfia Batavorum logo

Rietveld, geschiedenis verstopt onder de begroeiing

Delft heeft een beschermd stadsgezicht, maar als je om je heen kijkt zie je voortdurend sporen van historie verdwijnen. Mooie daken worden aan de achterkant ontsierd door enorme dakkapellen. Karakteristieke schoorstenen worden zomaar afgebroken, want niemand heeft er nog wat aan. Poorten en steegjes, waar er vroeger tussen de huizen zoveel van waren, zijn ingepikt om het huis uit te breiden of om de tuin te vergroten. Zo niet bij ons. 

Brandpoort
Wij wonen in de binnenstad, aan de Vlamingstraat, in een huis met een poort ernaast. De poort loopt onder het huis door en vervolgens erlangs en wordt dan een soort doodlopend steegje, dat eindigt achter in de tuin. Tegenwoordig sluit het aan op een tuinpad dat daar loopt. 
Toen wij er kwamen wonen liep de steeg door over het terrein van de toenmalige bouwstoffenhandel Prins en De Vries aan het Rietveld. Deze is geruime tijd geleden verhuisd naar de Rotterdamseweg. Het steegje maakte bij Prins en De Vries een haakse bocht naar rechts en een haakse bocht naar links, om vervolgens weer onder een huis door te gaan. Het eindigde op het Rietveld. 
Kortom, een particulier straatje tussen Vlamingstraat en Rietveld. De vroegere poortdeur aan het Rietveld is nog aanwezig, maar het straatje is niets een zo heel lang geleden een huis geworden. 
De opstallen van Prins en de Vries zijn nu vrijwel allemaal weg. Er kwamen tuinen voor in de plaats en onze poort heeft geen functie meer. Anderen zouden hem helemaal weghalen en bij de tuin trekken, maar wij doen dat niet. De poort is voor ons een stuk Delftse geschiedenis. Velen zien hem als de ‘brandpoort’, waar volgens de overlevering de grote stadsbrand uit 1536 zou zijn ontstaan. Zie bijvoorbeeld www.delft.nl/monumenten

Huizenadministratie
Of dat waar is? Geen idee. Op de zeventiende eeuwse Kaart Figuratief, die een prachtig beeld geeft van hoe Delft en toen uitzag, wordt de ‘brandpoort’ ook genoemd, maar daar ligt hij een stukje meer naar het oosten toe. Op die plaats is nu in ieder geval niets meer van een poort te zien. Er staan huizen uit de negentiende eeuw. Maar als je gaat zoeken in de oude huizenadministratie in het Gemeentearchief, dan zijn er wel koopbrieven van vroegere huizen op die plaats, waarin de ‘brandpoort’ letterlijk wordt genoemd. 
Voor ons maakt het niet uit. Wel de ‘brandpoort’, niet de ‘brandpoort’, wij vinden dat onze poort bij de geschiedenis van Delft hoort. In de eerder genoemde oude huizenadministratie, die rond 1650 begint, staat: ‘Nota, is een huis voor aan de straat, en twee in de poort’. Het gaat dan kennelijk om drie huizen achter elkaar, nu zijn het er nog twee. Bij elke verkoop door de eeuwen heen werd de poort steeds weer genoemd. Bijvoorbeeld ook toen de aannemer Tijmen Bastiaan Huurman, die in 1850 eigenaar werd, het huis met terrein en opstallen in 1881 verkocht aan zijn zoon Daniël Huurman. Speciaal in de kantlijn laat hij aantekenen: ‘hebbende het verkochte bovendien nog een vrije eigen poort uitkomende op het Rietveld, kadastraal bekend gemeente Delft sectie C nommer 2175’

Begroeiing
Ook de aannemers Huurman hebben hun spoor in de poort achtergelaten: een heel smal verdiept paadje om met kruiwagens in en uit te gaan. Het is gemaakt van lange smalle stukken hardsteen, die ze vermoedelijk van overhielden van bouwwerken, waaraan ze werkten. Dure steen voor een kruiwagenpad. 
Sommige delen zijn oude traptreden van een ergens verdwenen bordes. Een van die enorme traptreden hebben wij eruit gelicht. Hij staat nu als een soort bankje tegen een muur. 
In de poort hebben inmiddels slaapmutsjes bezit genomen van de spleten tussen klinkers en hardsteen. Aan één kant staat nog een oud gebouw van Prins en de Vries, dat nu hotel is; aan de andere kant een door ons gezette tuinmuur, waarop klimop welig tiert. Geschiedenis, verstopt onder begroeiing. 

door Els Kemper

poortje.jpg

Zoeken



Agenda

vrijdag 16 mei 2025
Excursie naar Molen De Roos
Meer op de agenda

Lid worden?

Wilt u lid worden? Geef u dan op via dit formulier.