Delfia Batavorum logo

Kort op de kam - over Kapsalon Voskuil

door Rob van Es

O, Jan wat zit je haar mooi! Elke Delftenaar weet na deze eerste zin dat dit verhaal over kapsalon Voskuil gaat. De verzuchting over het mooie haar van Jan is sinds jaar en dag in mega-formaat te lezen op de muur van het hoekpand op de Hooikade.
De gezusters Voskuil – met inmiddels ook twee andere gezichten ‘van buiten’ – knippen en kappen hier niet alleen het haar van Jan en van heel veel andere Delftenaren: heren, dames en kinderen. Een kappersgeschiedenis die 120 jaar teruggaat.


Het team van kapsalon Voskuil. Van links naar rechts: Vera, Mariska, Esther, Carla en Nannie. (Foto Marianne van Es)

Tabak, koffie, chocolade
Twee generaties eerder begonnen opa en oma Voskuil in 1892 hun kappersbedrijf aan de Hooikade. Niet op de hoek, maar iets verderop. Opa Voskuil knipte en oma Voskuil verkocht er tabak bij, maar je kon er ook terecht voor koffie en chocolade. Voskuil was dé kapper van de Bijlenbuurt. Vera: “Vroeger als de schepen hier voor de deur vast kwamen te zitten in het ijs, trok de buurt het ijs op om de schepen los te hakken. Vandaar de naam van deze buurt”.
In de vitrinekast van de kapsalon liggen herinneringen aan de allereerste periode: sigarenpijpjes, een scheeretui van opa Voskuil, een slijpsteen om scheermessen aan te zetten en knijptondeuses uit de tijd dat elektriciteit alleen nog maar voor verlichting werd gebruikt.

Verhuizing naar de hoek
De vader van de gezusters Babs, Vera, Nannie en Carla werd de logische opvolger in de kappersdynastie. Na het vroege overlijden van vader Voskuil hebben de zussen Babs en Vera - die al bij hun vader in de zaak werkten -, elkaar in de ogen gekeken: stoppen of doorgaan?
Het werd doorgaan, maar dan wel op de hoek van de Hooikade. Dit studentenpand was van Van Kleef, de bandenman. Vera: “Onze moeder zei tegen Van Kleef: Als wij zorgen dat de studenten ergens anders kunnen wonen, mogen wij er dan in met de kapsalon?” Het mocht. In 1971 verhuisden de kappersstoelen naar de hoek van de Hooikade.

Al 87 jaar klant
De clientèle van Voskuil bestaat uit trouwe klanten. Soms met een zeer lange staat van dienst. Zoals mijnheer Post. Vera: “Hij is nu 90 jaar en is nog steeds klant. Hij werd als 3-jarig jochie al door mijn opa geknipt. Nu laten ook z’n zoon, kinderen en kleinkinderen hier hun haar knippen”.
Nog zo’n vaste klant: Niek van der Wees, bijna net zo oud. “De familie Van der Wees was de oorspronkelijke eigenaar van dit pand”, weet Mariska van der Plas, die samen met Esther Groenhuyzen bij de zussen in de zaak werkt.
Vera: “Van der Wees had een expeditiebedrijf voor vervoer over water. In de hal naast de zaak zaten loketten. Daar konden mensen hun pakjes brengen”. Oude glorie en ondertussen komt de oude Van der Wees nog steeds elke zes weken z’n hoofd laten fatsoeneren.

Schipperskapper
De kapsalon kijkt uit op het water. Ooit schilderde Vermeer dat uitzicht in zijn ‘Gezicht op Delft’. Vandaag de dag leggen vooral plezierboten aan in de oude haven van Delft en dat levert klandizie op. “Mensen die hier per schip komen, laten zich regelmatig bij ons knippen. Soms nemen ze een afspraakkaartje mee. Voor als ze het volgend jaar hier weer liggen. Kunnen ze van tevoren even bellen dat ze weer langs komen”. Daarmee kan Voskuil zich zonder overdrijven de schipperskapper van Delft noemen.

Degelijk vakmanschap
Babs leerde het vak bij huishoudschool Rust Roest in het Agnetapark. Zij was in 1959 de eerste gediplomeerde herenkapster van Nederland. Vera leerde het vak op de kappersschool boven de toenmalige Doelen Kino aan de Verwersdijk.
Degelijke Delftse opleidingen. De kapsters gaan dan ook voor vakmanschap. Even snel een tondeuse over het hoofd van Jan, dat doen ze liever niet. Mariska: “Wij zijn meer van kort op de kam. Knippen met een kam tussen haar en schaar dus. Dan kun je beter met de vorm van het hoofd rekening houden. Als iemand een deukje in z’n hoofd heeft, kun je met de kam daar net wat meer ruimte nemen. Daardoor camoufleer je oneffenheden en krijg je een mooi gelijkmatig kapsel”.

Vera stopt na 50 jaar
Het Voskuil-gehalte neemt af. Babs was in 1998 al met knippen gestopt. Zij ging schilderen en begon een galerie aan de Hippolytusbuurt. De zussen Nannie en Carla werken nog in de kapsalon.
Vera die nu nog samen met Mariska de zaak leidt, stopt er aan het eind van dit jaar mee. “Ik heb 50 jaar achter de kappersstoel gestaan. Nu is het wel welletjes zo”. Ze zegt het een beetje terloops. Maar dat betekent wel dat na een periode van 120 jaar de zaak in handen komt van iemand die niet tot de Voskuil-dynastie hoort.
Aan Mariska van der Plas de eer om een lange traditie voort te zetten. Mariska: “De kapsalon blijft gewoon Voskuil heten. Want ‘Voskuil’, dat is een begrip in Delft”. En verder wil ze ook niet aan de formule rommelen. Maar wat is dat dan, die aantrekkingskracht van Voskuil? Mariska: “Het is het gevoel alsof je thuis bent. We hebben een paar jaar geleden een enquête gehouden. De meesten noemden het thuisgevoel als iets dat typisch bij kapsalon Voskuil hoort”.

Gespierde armen
Vijf decennia onafgebroken achter de kappersstoel staan: doet dat wat met je? Vera: “Nee het is gewoon werk, alleen mijn schouder is af en toe pijnlijk. Heeft Babs ook gehad, een typische kappersklacht”.
Maar vijftig jaar knippen heeft ook zeer stevige armspieren opgeleverd. Vera: “We hebben dat zelf niet zo in de gaten. Maar pas zag iemand in de pauze dat als wij de krant lezen we die recht voor ons houden. Met gestrekte armen dus. Houdt niemand vol. Wij weten niet beter”.


april 2012

Zoeken



Agenda

woensdag 24 april 2024
Hyacintenwandeling Ockenburgh, woensdag 24 april
dinsdag 07 mei 2024
Lezing over trekvaarten en hun rol in de klimaatadaptatie (Nieuwe datum!)
Meer op de agenda

Lid worden?

Wilt u lid worden? Geef u dan op via dit formulier.