Buurtwinkels op de Rotterdamseweg
In onze winkel op de Rotterdamseweg 46 hadden we melk, kaas en andere zuivelproducten. Daarnaast verkochten we kruidenierswaren, zoals koffie, thee, slaolie, bakmeel, koekjes en frisdranken. In de buurt was veel concurrentie van soortgelijke winkels. Enkele huizen verderop was een grote kruidenierswinkel van Van Kessel, een statige winkel waar het naar verse koffie rook en waar het vol stond met bakken meel, bonen en losse suiker, met koperen scheppen erin. Richting Hertog Govertkade was een luxe comestibleszaak, die voor die tijd exotische producten verkocht, zoals vijgen en dadels en wijn. De andere kant op, richting Rotterdam, kwam midden jaren vijftig van de twintigste eeuw een zelfbedieningswinkel van De Spar (Végé); wel apart dat je zelf de gewenste artikelen mocht pakken. Iets verder op de Rotterdamseweg, op de hoek van de Van Speijkstraat, zat een andere melk- en zuivelhandel:Meijer. Deze beschouwden we als een concurrent. De andere zuivelwinkel van Buckers, op de Scheepmakerij, werd meer als een collega gezien. De heer Buckers was namelijk met mijn vader lid geweest van St. Isidorus, de Katholieke Vereniging voor Melkhandelaren in Delft.
Voskamp
Groente haalden we bij de groentenboer of op de markt op donderdag en zaterdag. De dichtsbijzijnde groenteboer, Voskamp, zat slechts een paar huizen verder. Zijn winkel had een kleine toonbank en een uitstalling van schuinstaande houten kisten gevuld met groente en fruit. Het allermooist was de grote schrapmachine achterin. Daarin kon je nieuwe aardappelen laten schrappen en peentjes, soms ook snijbonen.
Vader Voskamp was overdag meestal op stap met zijn houten kar vol groente en fruit, getrokken door een oud paardje. Wij hingen als kinderen vaak aan de schuine aardappelbak aan de achterkant en lieten ons dan een stukje meerijden. We mochten af en toe ook haver geven aan het paard, dat vonden we heel leuk. Als Voskamp bepaalde producten niet had, gingen we naar Middendorp, een fraaie groentewinkel op de hoek van de Rotterdamseweg/Herenpad, naast het oude Huis ter Lucht, ook wel café van Mullem genoemd.
De bakker kwam langs met een handkar die twee kleppen aan de bovenkant had; aan de ene kant bruinbrood, aan de andere kant witbrood en luxe zaken zoals kadetjes en cake. Midden jaren vijftig verdween deze kar en haalden we het brood schuin aan de overkant bij het filiaal van Van Meer en Schoep. Dat was fabrieksbrood. Mijn moeder keek daar eigenlijk een beetje op neer, maar het was wel voordelig. Op bijzondere dagen mochten we het brood bij Bierhuizen halen op de Oude Langendijk. Gebakjes kochten we bij Roodenrijs op de Brabantse Turfmarkt. Vooral de mokka-schuimtaart was heerlijk.
Klagelijk geloei
In het kleine stukje vooraan op de Rotterdamseweg waren twee slagers. Beiden katholiek; dus we kochten er om en om. Slager Heemskerk was een varkensslager en van der Helm (op nr.42 naast ons) had een runderslagerij. Eens in de paar weken kwam er een vrachtauto voor met koeien, die moesten dan over een plankje de auto uitgedreven worden naar een binnenplaatsje en het slachthuis. De deur ging dicht. Je hoorde dan klagelijk geloei tot een kogel daar een einde aan maakte en het stil werd. In de winkel hingen later de halve koeien aan grote vleeshaken. Op een groot houten hakblok werd het vlees met scherpe messen uitgesneden en van de beenderen afgehaald. Van een deel werd worst of andere fijne vleeswaren gemaakt. Er stond ook een grote gehaktmolen, daarover vertelden we elkaar griezelverhalen. In de slagerij van Heemskerk werden varkens geslacht. Die werden in een smal gangetje gedreven en ondergingen hetzelfde lot als de koeien. In grote teilen werd bloed opgevangen. Daar werd later bloedworst van gemaakt. Van het spek werden kaantjes gebakken en reuzel. Beide slagers stonden bekend als goede vakmensen en in de Paastijd stond er meestal wel een grote foto van een indrukwekkende koe of varken met een zilveren beker of lauwerkrans in een van de etalages omdat zij een prijs gewonnen hadden.
Eens in de zoveel tijd kwam een grote vrachtwagen langs om de beenderen op te halen en naar de lijmfabriek te brengen. Dat stonk geweldig. Ons werd verteld dat de botten uitgekookt werden en dat van mooie stukjes been knopen werden gemaakt. Wij vonden dat een griezelig idee en gaven de voorkeur aan koperen knopen die op onze joppers zaten en die je door ze te wrijven kon laten gloeien.
Manifacturen
Op feestdagen rookten mijn ooms sigaren. Die haalden we bij Koeleman op de hoek van de Hertog Govertkade/Rotterdamseweg. De etalage was heel breed en groot en maakte een halfronde hoek. Je moest meestal lang wachten, omdat iedereen royaal de tijd nam om elkaar de laatste nieuwtjes door te vertellen.
Huishoudelijke zaken zoals pannen, bezems en serviesgoed kochten we bij oom Henk van Veldhoven die aan het begin van de Rotterdamseweg een winkel had in huishoudelijke artikelen en speelgoed. Als hij glaswerk verhuurde haalde hij dat met een bakfiets op bij het pakhuis van zijn familie op het Vrouwenregt. Nadat hij verhuisd was naar Den Haag gingen we naar Loomans op de Brabantse Turfmarkt.
Schuin tegenover ons was een manufacturenzaak, waar een oude dame alles wist van garens en knoopjes. De winkel was tot het plafond toe volgestopt met doosjes, laatjes, linten, klosjes garen en lappen stof.
Achter de grote Platanen rechts was een fietsenwinkel met een fietsenmakerij erachter. Onze fietsen kregen daar regelmatig een opknapbeurt;lekke banden plakten we zelf. Links onder de grote Kastanjeboom was het bloemenwinkeltje van Opa Schenkeveld.
Recht tegenover ons huis was de drogisterij van Ketting. In de winkel rook het naar een mengeling van drop, petroleum en kruiden. De petroleum was nodig voor het petroleumstelletje in keuken, waarop het vlees moest sudderen. De dropjes werden afgewogen op een weegschaal met losse gewichtjes en daarna in een bruin puntzakje verpakt.
Ik proef in gedachten nog de salmiakpuntjes, een symbool voor de herinneringen aan een stukje van Delft, zestig jaar geleden.
door Marrie Voskuil
Zoeken
Delftse verhalen
- De Verkeerde Wereld (over Mienette Storm-van der Chijs)
- Schilderen, meiden en boten
- Herinneringen aan het Delftse Gymnasium 1940–1946
- Een kerstverhaal
- Vreemde bankbiljetten
- Gemeentearchief
- De Bourdon
- J. de Bruin boter en margarine groothandel, ook kaas en fijne vleeswaren
- Vishandel Van Oosten weet niet van stoppen
- Muziekhandel Van Buytene - Stemmen op gehoor
- Feestartikelenwinkel Brehm, plaksnorren en stinkbommen
- Rothfusz, waar karpers een naam hebben
- Pieter de Ruyter brengt stadsgeschiedenis tot leven
- Kort op de kam - over Kapsalon Voskuil
- De mozaïekkanaries van Hans Gielesen
- Groenten kopen in de Schoolstraat - ‘Mensen bedienen, dat zit in me’
- Het verhaal achter Delfts bekendste lijstenmaker
- Kloeg, in rokkostuums en manchetten
- Koos de Roos - ‘Even’ onder het spoor duurde een halve eeuw
- Wilmer: vier generaties in rookwaren
- De geheimen van drogisterij de Salamander
- Villa Vrijenban, Nieuw Plantage 58
- Mijn buurt in de Van de Spiegelstraat en Jacob Catsstraat
- Plantage 48 koestert de herinnering aan Tutein Nolthenius
- Phoenixstraat 52; interview met Margo en Philip Poppink
- Belgische chocolade
- Trouw aan de boerderij
- De archeoloog; een prettige chaos
- Friesoythe, het verhaal achter een gevelsteen
- Parfumfabriek in de achtertuin
- De telefoonzaal
- Rietveld, geschiedenis verstopt onder de begroeiing
- Buurtwinkels op de Rotterdamseweg
- Mijn eerste Taptoe Delft
Agenda
Lid worden?
Wilt u lid worden? Geef u dan op via dit formulier.