Delfia Batavorum logo

Groenten kopen in de Schoolstraat - ‘Mensen bedienen, dat zit in me’

door Rob van Es

Koos Bertels, broer Rob en Koos’ vrouw Els zijn de vaste gezichten van de groenten en fruitwinkel in de Schoolstraat. Altijd in voor een praatje en altijd wat bijzonders in de aanbieding: van verse kastanjes tot shiitake.
De groenten en fruitzaak ligt rechts van het zogeheten koetshuis dat nu voor allerlei doeleinden worden gebruikt. In dat koetshuis stonden – inderdaad - ooit koetsen, maar in het pand van Bertels stonden de paarden. Maar dat is verleden tijd. In 1926 werd het een groentenwinkel en maakten de paarden plaats voor aardappelen en tomaten.


Koos Bertels, niet weg te denken uit de Schoolstraat. (Foto Marianne van Es)

Op zaterdag mee op de groentenwagen
We tuimelen vanuit het heden een paar decennia terug in de geschiedenis: Koos Bertels is geboren op de Vlamingstraat 90. Z’n ouders hadden daar in de jaren 50 een groentenwinkel. Naast de groentenwinkel dreef vader Bertels ook een straatwijk: met een groentenwagen langs de huizen. Die straatwijk werd steeds belangrijker. Koos: “Mijn moeder stond in de winkel, m’n vader ging langs de huizen. En als ik geen school had, hielp ik ‘m mee. Want mensen bedienen, dat zit in me”.
In 1960 ging de winkel aan de Vlamingstraat dicht. De straatwijk ging door.
Toch is Koos Bertels niet alleen maar tussen bloemkolen opgegroeid. Toen hij 15 jaar werd, kwam hij op de graafmachine van Piet Graafland. “Graven voor gas- en waterleidingen van Delfland. Vijf jaar gedaan. Leuk, maar het echte werk was toch op de zaterdagen samen met z’n vader”. Sterker nog, hij ging al snel ook regelmatig z’n oom helpen die in Boskoop op de markt stond met groente en fruit.

De klik in het kegelhuis
Als hij heel af en toe vrij had, ging Koos kegelen in het Delftse Doelen Kegelhuis. Daar kwam hij Theo Paap tegen. Ook een kegelaar èn eigenaar van de groentezaak in de Schoolstraat. Het klikte dus wel tussen die twee.
Op een feestavond van de kegelclub nam Theo zijn dochter Els mee.
Koos en Els werden een stel. “Ik ben één van de weinigen die z’n schoonvader eerder kende dan z’n vrouw”.
Geen van de acht kinderen van Theo Paap stond te trappelen om de groentezaak over te nemen. Maar Koos juist wel. Koos, Theo en Els spraken in 1976 af dat ze vijf jaar met z’n drieën in een ‘vennootschap onder firma’ zouden optrekken. Daarna was vader Theo 65 en konden Koos en Els de zaak overnemen. Zo gebeurde het. Koos en Els zijn inmiddels bijna 40 jaar getrouwd. En de winkel in de Schoolstraat werd een groot succes. Met – ook al vele jaren – de steun van Koos’ jongere broer, Rob Bertels.

Kinderstoel op de toonbank
Koos, terugblikkend: “Ik heb veel van m’n schoonvader geleerd. Dat je altijd iets aparts in je winkel moet hebben. Venkel bijvoorbeeld. Die verkocht nog niemand in Delft in de zeventiger jaren. En kiwi’s. Een rijksdaalder per stuk”.
De kinderen van Koos en Els – Marijke en Johan – gingen al als baby mee naar de winkel. Marijke in de box en Johan in een kinderstoeltje op de toonbank. En toen ze groter werden, hielpen ze op zaterdagen en in de vakanties mee. Net als Koos destijds bij zijn vader deed. Toch zijn Marijke en Johan later niet het groentenvak ingestapt. “Marijke is verpleegkundige en Johan begeleidt gedetineerden”.

De omslag: het koelvak
In 1998 ging de zaak in de Schoolstraat op de schop. Koos en Els kregen een koelinginstallatie. En dat heeft hun ritme flink veranderd. “Vanaf dat moment konden we ook salades, gemengde sla, bakmixen, stamppotten en andere kant-en-klaar maaltijden gaan verkopen. Maar dat betekende ook dat we al die gekoelde specialiteiten tussendoor zelf moesten klaarmaken. Stampen, snijden, schillen, koken: dat kwam er allemaal bij”.
Koos: “Inmiddels is de verkoop uit het koelvak goed voor zo’n 40 procent van de omzet. Daar ben ik blij mee, maar het is tegelijkertijd op een andere manier druk geworden. Vroeger stond je vooral achter de toonbank en verkocht je de hele dag door wat je ’s ochtends op de veiling had gehaald. Nu moet je voordturend opletten dat je op tijd nieuwe spullen klaarmaakt voor de koeling. Dat geeft een soort van stress die er eerst niet was”.

Op smaak inkopen
Tegelijkertijd beseft Koos dat de gekoelde maaltijden en salades noodzakelijk waren. “Als we alleen op groente en fruit verder waren gegaan, hadden we het misschien niet gered”.
Dat klinkt vaste klanten vreemd in de oren, want zonder nu reclame te willen maken, is het een feit dat uit heel Delft mensen juist voor die verse groente en fruit naar de Schoolstraat gaan. Niet vanwege de goedkoopte, maar vanwege de kwaliteit. “Als jij van mij een mandarijn eet, en je denkt er twee dagen later nog met plezier aan, dan was die mandarijn z’n prijs waard”.
Hij geeft toe dat hij op de veiling niet zozeer op prijs, maar op smaak inkoopt. “Ik proef bij drie of vier aanbieders een sinaasappel en koop dan een paar kratten van de allerlekkerste”. En daarin verschilt Bertels van de gemiddelde supermarkt die wèl voor de prijs gaat.
Een groentenwagen voor een straatwijk – net als z’n vader - heeft hij niet. Koos heeft wel een transportfiets met een aanhangkarretje. Zeker in de binnenstad is dat vaak makkelijker dan een wagen. Met die transportfiets rijden Koos en broer Rob naar vaste klanten die de groente thuis willen hebben en langs restaurants die graag de groente en fruit verwerken in maaltijden en desserts.

Oude en nieuwe klanten
Sinds 1976 zag Koos wisselingen in de klanten die hij voor zijn toonbank mocht ontvangen. “Vroeger had je nog echte huisvrouwen die voor een groot gezin groente en fruit kwamen kopen. Grote gezinnen heb je nu niet meer. En echte huisvrouwen ook niet meer. In de jaren 70 en 80 had je ook de studenten. Die kwamen tussen half vijf en zes verse groenten kopen om gezamenlijk te koken. Dan werd er uitgebreid overlegd wat ze gingen eten en hoe ze dat dan moesten klaarmaken. Alle winkels gingen toen nog om zes uur dicht. Nu gaan de studenten om 8 uur s avonds nog even snel naar de supermarkt. Die komen dus niet meer bij ons langs”.
Wie wel langskomen, zijn de fijnproevers uit heel Delft. “Ik heb volgens mij meer klanten uit het Tanthof dan van de Oude Delft”. Ze komen onder meer op bijna vergeten groenten af, zoals pastinaak of aardpeer. Nergens meer te krijgen. Ook de verse kruiden zijn in trek. Want die verkoopt Bertels los. Per takje desnoods.
En op zaterdag komen de mannen. “Met een boodschappenbriefje. Altijd gezellig.  Mannen zijn vaak makkelijker dan vrouwen. Als ik ze lekkere mandarijnen aanraad, dan kopen ze die ook”.


maart 2012

Zoeken



Agenda

vrijdag 16 mei 2025
Excursie naar Molen De Roos
Meer op de agenda

Lid worden?

Wilt u lid worden? Geef u dan op via dit formulier.