Mijn buurt in de Van de Spiegelstraat en Jacob Catsstraat
door An Bergman
In 1933 ging ik naar de kleuterschool van juffrouw Moerman in de Cornelis de Wittstraat. Ik woonde toen in de Van de Spiegelstraat op nr. 5. Als ik thuis kwam riep mijn moeder vaak: Ga even een ons wat op brood halen. Ze gaf me dan een briefje mee, dat ik aan de overkant, op de hoek van Van de Spiegelstraat-Hugo de Grootstraat, bij melkboer Onderwater inleverde. Dat onswatopbrood (ik verstond het als één woord) bleek een ons tongenworst te zijn. Het heeft lang geduurd voordat ik door had dat dit de juiste benaming was en de mij toegeroepen woorden los van elkaar zag.
Op de andere hoek was een filiaal van de broodbakkerij Van der Meer en Schoep gevestigd, daar keek ik met ontzag naar de toen gloednieuwe broodsnijmachine. Ik had horen zeggen, dat er wel eens ongelukken mee gebeurden, waardoor de winkeljuffrouwen hun vingers verloren. Ik was steeds weer opgelucht als zij het er heelhuids vanaf brachten. Soms mocht ik er ook voor mijzelf een Colombijntje halen, dat was een klein rond cakeje gevat in een wit geplooid papiertje.In de zomer verkochten ze ook ijs, dit vanuit een klein raampje (het zit er nog) aan de kant van de Van de Spiegelstraat). In de Hugo de Grootstraat zaten o.a. een groenteboer, de Uniewinkel met kruidenierswaren, een drogist en slager van der Waal. Schuin tegenover op de hoek van de Warmoezierstraat de firma Monteny waar je allerlei ijzerwaren e.d. kon kopen en op de andere hoek een banketbakkerij, die in 1937 door de Fa. Kluiters werd overgenomen. Aan die kant bevond zich ook fietsenmaker Schotting. Op maandag morgen zette mijn moeder de grote wasteil in de keuken en schommelde een dikke man met een vuurrood hoofd hijgend de trap op met voor zijn buik een ton heet water, die hij in de teil leegde. Ik keek dan om het hoekje van de kamerdeur en zag door de damp mijn moeder verdwijnen. Een spannend moment. Op maandagmorgen kwam ook de huisbaas aan de deur om de huur op te halen en de man van de RVS voor het geld van de verzekering.
Pinda's
Soms liep er in die tijd een man langs de huizen met een weegschaal, waarop je je, voor ik denk een cent, kon laten wegen. Dat mocht ik nooit van mijn moeder. De man had een door lupus gehavend gezicht en ook zijn handen waren aangetast Mijn moeder meende dat hij ons kon besmetten.
Verder was er de pinda-chinees met zijn heerlijke repen. die uitsluitend uit pinda’s bestonden, die door een of ander kleverig zoet spul aan elkaar geplakt zaten, heerlijk!. Met een cent ging ik naar weduwe Van (Z)Santen die in een klein voorkamertje in de Willemstraat ook op zondagmorgen snoep verkocht. Later zou ik die centjes ook besteden bij Huisman in de Van Zuylen van Nijeveldtstraat en bij van der Giessen in de Anthony Heinsiusstraat, die allebei een waterstokerij hadden en een toonbank waar onder glas de zo begeerde snoepjes lagen. De verkoopsters moeten engelengeduld gehad hebben, want de keuze was heel moeilijk te maken, je kreeg tenslotte niet elke dag een cent. Op zaterdag in de namiddag kwam de petroleumman aan de deur. De Automaat stond er op zijn kar en een boterboer, die ook kaas verkocht. In de tijd van de nieuwe haring werd er gevent met de kreet ‘Haring als zaaalm!! Dat laatste met lange uithalen Zo klonk in begin van de zomer de roep Arebeien!!! En natuurlijk klingelde dan ook de bel van de ijscoman met zijn witte karretje. Na de kerst, zelfs al op tweede kerstdag klonk de kreet: Konijnevellen’ Mensen die een konijn hadden geslacht konden dan, ik weet niet voor hoeveel, dat vel verkopen. Fietsen, bakfietsen en ratelende paard en wagens vormden het verkeer. Als er een auto verscheen, behoorde die meestal toe aan een huisarts. Diepe indruk maakte het op mij, toen er eens een wit lijkkoetsje versierd met engelen met grote vleugels door de straat reed. Er werd een kind begraven.
School nr. 15
In 1936 verhuisde ik naar het pleintje van de Jacob Catsstraat. Ik ging toen voor het eerst naar de grote school, zoals dat toen heette. Bij meneer Van Overbeeke in de Hugo de Grootstraat School nr. 15. Later zou meester Brons zijn plaats in nemen, een fantastische schoolmeester, het type Theo Thijsse. Leuke bijkomstigheid was dat mej. Kranendonk hier les gaf, de latere echtgenote van Dirk Coster, wiens borstbeeld in de tuin van het Meisjeshuis staat.. Haar versje in mijn album: Gaat er iets niet naar je zin, Laat je zin er dan naar gaan, Wie dit kunstje leert verstaan, Maakt van elk verlies gewin, sloeg ongetwijfeld op mijn gebroddel bij de handwerkles, die zij ook gaf. Om de hoek in de Anthonie Heinsiusstraat stond school nr. 14 van meester De Bruin, eveneens een openbare school.. Via een gymnastiekzaal waren deze scholen met elkaar verbonden.
Waterstokerij
Het laatste deel van het stukje straat dat aan het pleintje Jacob Catsstraat heet, werd in beslag genomen door de Fa Wissing, eerst kreeg je de waterstokerij, daar haalde men op maandagmorgen emmers heet water voor de was, verder petroleum voor het petroleumstel, aanmaakhoutjes voor de kachel en ook zakje cokes of anthraciet. Op de hoek had Wissing een sigarenwinkel en om de hoek in de Anthony Duyckstraat een kruidenierszaak, waar waren als bonen, erwten, maar ook bloem en suiker uit grote bakken werden geschept en afgewogen. Kritische klanten hielden de weegschaal nauwkeurig in de gaten of dit wel op de gram na gebeurde. Voor groene zeep had men apart grauw gevoerd papier. Binnen waren deze drie zaken via tussendeuren met elkaar verbonden.
Trekhond
Schuin tegenover de sigarenwinkel had je de melkzaak van dhr en mw Moor. Behalve zuivelproducten verkochten ze ook vleeswaren. Tegenover Moor de winkel van mej,.Lampe, waar je o.a. handwerkmaterialen kon kopen. Later zou zij haar zaak samen met haar zuster in de Hugo de Grootstraat voortzetten. Een paar panden verder in de Jacob Catsstraat richting Hugo de Grootstraat was er een atelier van de kleermakerij Steenweg. Lange tijd werden daar uniformen voor de PTT gemaakt. Om precies 12 uur was het daar schafttijd dit werd aangegeven via een dof schor geluid dat in de hele straat hoorbaar was.Verder was er in die straat ook nog een filiaal van de broodbakkerij Van Nieuwland Post, (op de hoek van de Isaac Hoornbeekstraat) waarvoor bakker Schats, zoals we hem noemden met een kar,waaronder een trekhond, het brood rondbracht. Bakker Schats had aan zijn horlogeketting twee trouwringen, hij was tweemaal weduwnaar. Ik kon nooit nalaten er naar te kijken, het had iets griezeligs in mijn beleving. Op de andere hoek van de Isaac Hoornbeekstraat was de melkzaak van De Bruin gevestigd en in de Isaac Hoornbeekstraat de groentehal van Henk van der Hoeven terwijl je ook bij Jan de Haan in de Anthony Duickstraat eveneens groenten kon kopen.
Lorrenboer
Voor kinderen was het feest als de lorrenboer door de straat kwam, voor een paar lorren mocht je iets uitkiezen. Kleine notitieboekjes, potloden met een gummetje, een puntenslijper, of een klein vulpotloodje met een kwastje. Vooral dat laatste kleinood had mijn voorkeur. Voor inktlappen, pennen, potloden albumplaatjes etc. ging je naar Bak in de Havenstraat, die met Bak Bindt Boeken, reclame maakte. Boeken lenen deed je bij de heer en mevrouw Van Meekeren die er onder de naam Lektura in de Hugo de Grootstraat, tussen Adriaan Pauwstraat en Jacob Catsstraat een uitleenbibliotheek beheerden., ook verkochten zij kantoorartikelen. Ze waren niet getrouwd, wat in die tijd heel bijzonder was. Het waren anarchisten, zo ging het praatje, Wat dat waren wist ik niet als kind, maar ik vond het net zo spannend als de boeken, die ik er elke zaterdag haalde. Ook in de Patrimoniumstraat was trouwens een bibliotheek gevestigd. In de Adriaan Pauwstraat kon je bij de fa. Van Heteren lichtstoppen, gloeilampen e.d. kopen. Er naast was een halletje, waar je in de schoonmaaktijd witkalk haalde. Ook was er een kapsalon. Op de hoek van de Adriaan Pauwstraat stond een Gereformeerde kerk, een voor die tijd een mooi modern bouwwerk. Helaas moest deze worden afgebroken. Halverwege de Hugo de Grootstraat tussen de Cornelis- en de Jan de Wittstraat bevond zich de firna Mentink. Een kledingzaak gevestigd in een woonhuis. Heel modern was de rood verlichte naamgeving boven de etalage.
Oliebollen
Uiteraard speelden de overwegen bij de Schoolstraat, Binnenwatersloot en ook die naar de Houttuinen een grote rol . Alleen vanaf de Havenstraat naar de Phoenixstraat kon je gebruik maken van een tunnel, natuurlijk ook wel bij de overgang naar de Wateringse Vest, maar daar kwam ik toen niet zo vaak. Ik weet nog goed, dat ik eens op oudejaarsdag vanuit de stad komend met een zak oliebollen, gebruik maakte van de tunnel, ik toen in de haast struikelde en alle oliebollen de trappen afrolden. Ook dat ik in de oorlog staande voor de dichte hekken op de overweg Spoorsingel –Schoolstraat stond en er een locomotief aan sjokte met twee Duitse soldaten op het open voorbalkon. Ik stootte mijn vriendin aan en wees naar de lucht, het gevolg was dat alle wachtenden naar boven gingen kijken. De soldaten roken onraad, bogen zich aan beide kanten ver uit de locomotief om te zien of er gevaar was, (spoorlijnen werden namelijk nog al eens beschoten). Uiteraard was er niets te zien en jong als ik was plm. 14 jaar hield ik er de hele dag een triomfantelijk gevoel aan over, Ach ja, je moet kind geweest zijn in die oorlog om dat te kunnen begrijpen. Wat ik mij ook nog herinner zijn die keren dat de overwegwachter, als hij de bomen ’s avonds laat, al half naar beneden had, hij die als ik aan kwam rennen vanuit de Schoolstraat na een late dienst,, die bomen weer even omhoog deed voor mij.
Perquin
Mensen die bij mij in de buurt wonen en gewoond hebben, zullen ongetwijfeld zeggen: Je hebt Smeele (kruidenier) (hoek Verlengde Singelstraat/Willemstraat niet genoemd. Ook missen we Perquin (manufacturen), Stellingsma (kruidenier) Kluiters (melkzaak) bakker Doesburg, Van der Reijken (verfzaak) en nog veel meer namen en je hebt ook niet verteld dat je vanaf de Van de Spiegelstraat naar de Willemstraat een poort onderdoor moest. Ik weet het, ik weet het, maar een ieder heeft zo zijn eigen herinneringen en schrijft zijn eigen boek.
Zoeken
Delftse verhalen
- De Verkeerde Wereld (over Mienette Storm-van der Chijs)
- Schilderen, meiden en boten
- Herinneringen aan het Delftse Gymnasium 1940–1946
- Een kerstverhaal
- Vreemde bankbiljetten
- Gemeentearchief
- De Bourdon
- J. de Bruin boter en margarine groothandel, ook kaas en fijne vleeswaren
- Vishandel Van Oosten weet niet van stoppen
- Muziekhandel Van Buytene - Stemmen op gehoor
- Feestartikelenwinkel Brehm, plaksnorren en stinkbommen
- Rothfusz, waar karpers een naam hebben
- Pieter de Ruyter brengt stadsgeschiedenis tot leven
- Kort op de kam - over Kapsalon Voskuil
- De mozaïekkanaries van Hans Gielesen
- Groenten kopen in de Schoolstraat - ‘Mensen bedienen, dat zit in me’
- Het verhaal achter Delfts bekendste lijstenmaker
- Kloeg, in rokkostuums en manchetten
- Koos de Roos - ‘Even’ onder het spoor duurde een halve eeuw
- Wilmer: vier generaties in rookwaren
- De geheimen van drogisterij de Salamander
- Villa Vrijenban, Nieuw Plantage 58
- Mijn buurt in de Van de Spiegelstraat en Jacob Catsstraat
- Plantage 48 koestert de herinnering aan Tutein Nolthenius
- Phoenixstraat 52; interview met Margo en Philip Poppink
- Belgische chocolade
- Trouw aan de boerderij
- De archeoloog; een prettige chaos
- Friesoythe, het verhaal achter een gevelsteen
- Parfumfabriek in de achtertuin
- De telefoonzaal
- Rietveld, geschiedenis verstopt onder de begroeiing
- Buurtwinkels op de Rotterdamseweg
- Mijn eerste Taptoe Delft
Agenda
Lid worden?
Wilt u lid worden? Geef u dan op via dit formulier.