Delfia Batavorum logo

Wezenzorg in vele gedaanten

Delfia Batavorum organiseert op 8 juni 2017 in samenwerking met de Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude te Delft drie lezingen én de presentatie van het rijk geïllustreerde boek ‘t Weeshuys binnen Delft. Jeugdzorg in vele gedaanten!

Drie gerenommeerde sprekers – Ingrid van der Vlis, Bas van der Wulp en Gerrit Verhoeven – vertellen u alles over de Delftse wezenzorg in vele gedaanten.
Burgemeester Marja van Bijsterveldt neemt op 8 juni het eerste exemplaar van het boek in ontvangst. Na afloop van de presentatie is het boek te koop voor de eenmalige aanbiedingsprijs van € 15,00. Vanaf 9 juni is het in de boekhandel verkrijgbaar voor € 18,50. 

Onlangs kwam een einde aan het bestaan van de Stichting Het Weeshuis der Gereformeerden binnen Delft. Het Weeshuis ontstond in de Middeleeuwen uit de wezenzorg van de Heilige Geestmeesters en betrok in 1579 de gebouwen van het na de reformatie opgeheven Sint Barbaraklooster aan de Oude Delft, waar nu de studentenvereniging Virgiel is gevestigd. Daar heeft het eeuwenlang gefunctioneerd als opvang voor wezen en halfwezen, soms honderden tegelijk. Toen de behoefte aan institutionele wezenzorg in de twintigste eeuw verminderde, heeft het Weeshuis zich enige tijd gericht op de huisvesting van werkende jongens. De laatste decennia bestond het alleen nog als een relatief klein fonds voor steun aan het jeugdwerk in Delft. 

In 2015 besloten de bestuurders om de Stichting Het Weeshuis op te heffen en op te laten gaan in de ook onder hen ressorterende Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude te Delft. Om het verdwijnen van zo’n eeuwenoude instelling niet ongemerkt voorbij te laten gaan, verleenden zij Ingrid van der Vlis de opdracht de geschiedenis van het Weeshuis te boek te stellen.   


Het Weeshuis aan de Oude Delft, getekend naar een prent
door Abraham Rademaker, circa 1730
 

Ingrid van der Vlis: Delftse wezen onder dak 

Het Weeshuis had lange tijd een duidelijke taak: wezen en andere ontheemde kinderen moesten worden opvangen. De bewoners kregen een uniform aan, aten driemaal daags een maaltijd en leerden een vak om de kost te kunnen verdienen. In de negentiende eeuw nam de aandacht voor pedagogiek toe, waardoor de zorg veranderde. Het Weeshuis noemde zich toen Weeshuis der Gereformeerden om daarmee de doelgroep te beperken. In de 20e eeuw werd het juist noodzakelijk meer kinderen binnen te krijgen. Een tweetal verhuizingen bracht geen oplossing. Na de Tweede Wereldoorlog vormde het Weeshuis zich om tot het Tehuis voor Werkende Jongens. Deze aanpassing leidde tot een kortstondig succes. Aan het begin van de jaren zeventig botste de nieuwe jeugdzorg met de traditionele organisatie. In 1975 sloot het laatste onderkomen van het Weeshuis.

Bas van der Wulp: Wezenzorg, speerpunt van de Delftse katholieke charitas 

Vanaf 1573 leidde de katholieke gemeenschap in Delft een ondergronds bestaan. Openlijke misvieringen waren verboden en de schuilkerken bezaten geen rechtspersoonlijkheid. Dat bemoeilijkte het stichten van een eigen armen-, wezen- en bejaardenzorg. In de achttiende eeuw wisten de R.K. kerk- en armmeesters op deze terreinen toch het nodige te bereiken, met medewerking van het stadsbestuur en ondanks verzet van de publieke, gereformeerde kerk. In Delft stond dit dus al in de benen, voordat in de Franse tijd de rechtsongelijkheid tussen kerkgenootschappen officieel werd opgeheven. Waarom vonden katholieken een eigen wezenzorg zo belangrijk en hoe organiseerden en financierden zij deze taak?

Gerrit Verhoeven: Kansen voor talent - De Fundatie van Renswoude 

In 1754 kregen de regenten van het Weeshuis er plotsklaps een taak bij. De steenrijke Maria Duyst van Voorhout liet hun geld na voor het stichten van een apart tehuis, waar de meest getalenteerde weesjongens een hoogwaardig opleiding konden krijgen. De basis van het onderwijs aan de Fundatie van Renswoude was wiskunde, zodat veel pupillen in een technisch vakgebied terechtkwamen. Het bestuur vergadert sinds enkele jaren weer in de regentenkamer van het speciaal voor de Fundatie gebouwde pand Oude Delft 49, tegenwoordig eigendom van de Vereniging Hendrick de Keijser. De Fundatie is geen opleidingsinstituut meer, maar verleent al meer dan een eeuw beurzen aan begaafde studenten.

Ingrid van der Vlis werkt als zelfstandig historicus voor Historisch Onderzoeksbureau Tijdelijk. Zij schreef onder meer Vooruit met veel verleden. Geschiedenis van Delft vanaf 1795

Bas van der Wulp is als publieksarchivaris werkzaam bij Archief Delft. Het archief van het R.K. Armbestuur met o.a. de stukken over het R.K. Weeshuis was hier zijn eerste inventarisatieproject.

Gerrit Verhoeven was van 1994 tot 2006 gemeentearchivaris van Delft. Nu is hij freelance historicus, archivaris en antiquair. Hij schreef onder meer De derde stad van Holland. Geschiedenis van Delft tot 1795. Sinds 2008 is hij bestuurslid van de Fundatie van Renswoude te Delft. 

 

  • Datum: donderdag 8 juni 2017
  • Aanvang lezing: 20:00 uur
  • Locatie: De VAK, Westvest 9
  • Aanmelding niet nodig
  • Toegang: voor iedereen gratis toegankelijk