De geheimen van drogisterij de Salamander
door Rob van Es
Drogisterij De Salamander aan de Markt 47. Wie kent deze historische winkel niet? Het Delftse zonlicht en antieke lichtarmaturen werpen sprookjesachtig licht op bruinglazen potten en laatjes met glimmende grepen. De Salamander bewaart geheimen die weinig mensen kennen.
In de winkel staat een koperen vijzel met de naam van de drogisterij en het jaar 1759 als ‘inscriptie’. “Een onmiskenbare aanwijzing voor de ouderdom van De Salamander”, zegt eigenaar Robert Vlugt. Minstens 250 jaar dus. Maar waarschijnlijk zat de drogisterij er al ruim voor 1759. Het pand zelf stamt uit de late zestiende eeuw.
Die vijzel in de winkel had er trouwens helemaal niet meer moeten zijn. Robert: “In de Napoleontische tijd werden koperen stukken overal vandaan gehaald om tot kanonnen te worden versmolten. Deze vijzel en nog een paar andere werden in de kelder verstopt. Mijn grootvader vond de vijzel in de jaren dertig in de kelder achter een loos muurtje. Nog niet zo lang geleden had ik een oude klant in de winkel en die bevestigde dat hij mee heeft geholpen met het breken in de kelder en dat ze toen vijzels vonden”.
Vader Hans en zoon Robert Vlugt van De Salamander (foto: Marianne van Es)
Vier generaties
Robert Vlugt is de vierde generatie die in de winkel staat. Zijn overgrootvader kwam er in 1901 in. Robert kent ook de voorgangers. “Ik heb nog een advertentie waarin staat dat deze winkel in 1809 is overgenomen door P.A. Muller. Hij verkaste van de apotheek van ziekenhuis aan de Gasthuisplaats naar de drogisterij op de Markt. Zijn naam staat nog steeds op het naambordje naast de deur”.
Roberts overgrootvader die op 1 januari 1900 de winkel overnam, bleek een ondernemer. Hij opende in 1924 ook een drogisterij aan de Frederik Hendrikstraat in de Wippolder. Inmiddels is dat weer gewoon een woning geworden. In 1934 volgde de drogisterij aan de Hof van Delftlaan, die nog steeds in bezit is van de familie Vlugt.
Mooie zaak daar aan de Hof van Delftlaan, maar De Salamander aan de Markt blijft toch het kroonjuweel. Drogisterijen als deze, voortgekomen uit een verleden dat twee eeuwwisselingen overschrijdt, zijn op één hand te tellen.
Wij zijn nogal bewaarderig ingesteld
En wat een assortiment! Een potje boixalas kalicus of Acidum tartaricum? Of liever wat citroenzuur of een tubetje snorrenwas.
Robert: “Een eigentijdse drogist heeft alles in de computer staan en berekent welke meters van het assortiment het meeste opleveren. De rest gaat de winkel uit. Bij ons werkt dat niet zo. Wij zijn nogal bewaarderig ingesteld”.
Robert Vlugt weet dat hij aparte dingen verkoopt. “Deze winkel is er voor mensen die iets bijzonders willen”. Boenwas en droppoeder maakt hij nog zelf, maar op bestelling maakt hij ook een potje ‘Troost der Armen’ (spijkerbalsem) voor je. “Het schijnt te helpen bij zere knokkels en stramme knieën”. Of Zweedse kruidenbitter, bekend uit de 30-jarige oorlog tijdens de 17de eeuw: een medicinale hartversterking tegen… ja tegen wat niet.
Eigentijdse hobbyisten kopen hier nog regelmatig pigmenten voor het schilderen van ikonen en een mengsel van puimsteenpoeder en sepia voor het opruwen van perkament. En wie zijn meubeltjes netjes met fineer wil afwerken, koopt hier vislijm, op basis van gedroogde blazen van vissen.
Koeien met snot
Eén groep artikelen verkoopt De Salamander niet meer: diergeneesmiddelen. Dat was toen Delft nog een Beestenmarkt met beesten had wel anders. Boeren kwamen elke week naar De Salamander om hun vee van ziektes af te helpen.
Grootvader Vlugt had namelijk een kloek boek over dierenartsenij in de winkel. “Daaruit maakte hij zalf tegen koeien met snot en poeder tegen paardenhoest en we verkochten middelen tegen dikke tongen bij koeien en trieste kippen, zo noemden ze dat”.
In de crisisjaren gingen Roberts grootvader en een zwager zelf de boer op om op het platteland de bestelingen op te nemen. Zalfjes, poeders, pillen en zelfs wc-papier werden vervolgens per bakfiets afgeleverd. Robert: “In de tweede wereldoorlog werd dat natuurlijk ruilhandel, de oude Muller maakte stremsel en kon boterkleur leveren in ruil voor boter, kaas en andere lekkernijen die in de oorlog onbereikbaar waren geworden”.
Het wiegje in de kelder
Dat rijke verleden realiseer je je niet zo als je op de Markt langs het pand wandelt. De buitengevel van De Salamander zelf is trouwens van 1580, laat-gotisch. Van na de stadsbrand dus. In 1780 is de gevel aangepast. Het huidige interieur is jonger en stamt van 1920. In de winkel zelf ligt de geschiedenis hoog opgetast met middeltjes en grondstoffen die een eeuwenoude receptuur kennen.
Maar vergeet ook de kelder niet waar de vijzels werden gevonden. Terwijl Robbert er rondschuifelt (stahoogte 1,60 meter) toont hij met gebogen hoofd een tegelvloertje in één van de hoekjes van de kelder. “Hier stond in 1901 het wiegje van mijn grootvader”.
De kelder blijkt een ondergronds museum. Bij de trap staat een uitgesleten hakblok dat in onbruik is geraakt. Voor generaties Delftenaren moeten hier medicinale middelen tot heilzame poeders zijn gestampt. Honderden ienieminie-flesjes waarvan de etiketten nauwelijks nog zijn te lezen, staan hier nog in de magazijnschappen.
Ver voor Roberts tijd is de keldervloer opgehoogd. Waarschijnlijk om het rijzende grachtwater van de Oude Langendijk tegen te gaan. Onder de huidige en inmiddels antieke tegelvoer, ligt een laag zand en daaronder de originele tegelvloer uit – waarschijnlijk – de zestiende eeuw.
Geen opvolger in de familie
Dat Robert de zaak van vader Hans zou overnemen, stond niet meteen vast.
Robert heeft geschiedenis gestudeerd, maar met 200 sollicitaties op een vacature voor een onderwijsbaan wegens zwangerschapsverlof was de arbeidsmarkt midden jaren 80 nogal krap. En dus kwam hij in 1986 toch in de zaak van vader Hans, die op zijn beurt alles bij elkaar 50 jaar in de winkel aan de Markt heeft gestaan.
Een nieuwe familiaire opvolger is er niet. “Maar ook als die er wel was, kan een zaak als deze waarschijnlijk niet nog eens twintig jaar meegaan. Op een gegeven moment kantelt het verhaal en houdt het op”.
Zover is het nog niet. Robert geniet nog elke dag van zijn werk en van het contact met de klanten. Terwijl hij in de deuropening peinzend over z’n kin wrijft, zegt hij. “Misschien moet ik maar eens een website gaan maken, zodat ze in Groningen en in Amerika ook weten wat hier in huis hebben”.
Laatste wijziging: 3 januari 2012
Zoeken
Delftse verhalen
- De Verkeerde Wereld (over Mienette Storm-van der Chijs)
- Schilderen, meiden en boten
- Herinneringen aan het Delftse Gymnasium 1940–1946
- Een kerstverhaal
- Vreemde bankbiljetten
- Gemeentearchief
- De Bourdon
- J. de Bruin boter en margarine groothandel, ook kaas en fijne vleeswaren
- Vishandel Van Oosten weet niet van stoppen
- Muziekhandel Van Buytene - Stemmen op gehoor
- Feestartikelenwinkel Brehm, plaksnorren en stinkbommen
- Rothfusz, waar karpers een naam hebben
- Pieter de Ruyter brengt stadsgeschiedenis tot leven
- Kort op de kam - over Kapsalon Voskuil
- De mozaïekkanaries van Hans Gielesen
- Groenten kopen in de Schoolstraat - ‘Mensen bedienen, dat zit in me’
- Het verhaal achter Delfts bekendste lijstenmaker
- Kloeg, in rokkostuums en manchetten
- Koos de Roos - ‘Even’ onder het spoor duurde een halve eeuw
- Wilmer: vier generaties in rookwaren
- De geheimen van drogisterij de Salamander
- Villa Vrijenban, Nieuw Plantage 58
- Mijn buurt in de Van de Spiegelstraat en Jacob Catsstraat
- Plantage 48 koestert de herinnering aan Tutein Nolthenius
- Phoenixstraat 52; interview met Margo en Philip Poppink
- Belgische chocolade
- Trouw aan de boerderij
- De archeoloog; een prettige chaos
- Friesoythe, het verhaal achter een gevelsteen
- Parfumfabriek in de achtertuin
- De telefoonzaal
- Rietveld, geschiedenis verstopt onder de begroeiing
- Buurtwinkels op de Rotterdamseweg
- Mijn eerste Taptoe Delft
Agenda
Lid worden?
Wilt u lid worden? Geef u dan op via dit formulier.